
Ouders balen van alle tegenstrijdige opvoedinformatie, blijkt uit een peiling van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). Ze worden onzeker. Verslaggever Eefje Oomen - moeder van twee zonen - herkent dat. 'Vanaf de allereerste dag ben ik een twijfelmoeder.'
Is het vreemd dat 40 procent van de jonge ouders niet meer zit te wachten op opvoedexperts,
zoals blijkt uit de enquête van het NJI afgelopen maand onder ruim 800 ouders? Drie kwart van
hen zegt onomwonden dat de deskundigen tegenstrijdige adviezen geven. En een kwart geeft zelfs aan
daardoor onzeker te worden. Zo'n 28 procent bestempelt opvoeden als 'een ware stressklus'.
Ik vraag me wel eens af hoe het komt dat we met z'n allen zo over opvoeden aan het twijfelen zijn
geslagen. Heeft het ermee te maken dat we vaak niet meer op oma's of oudtantes in de buurt kunnen
leunen?
Huilbaby
Zij weten of wisten het wel. Hoe je met een
spruitjes uitspugende peuter omgaat. Met een bedplassende tiener. Of een huilbaby. Ik mis het wel
eens, zo'n moederlijk type dat ik in kan vliegen als ik het op vrijdagmiddag, als de kids
hieperdepieper zijn, even helemaal niet meer weet.
Of heeft het gepieker 'doe ik het wel
goed' juist te maken met een overdosis informatie? De arts van het consultatiebureau zegt het een,
supernanny Jo Frost beweert op tv iets anders en de moeders op Ouders Online zeggen
óók heel zinnige dingen.
En dan heb je nog vriendinnen die net een
opvoedingscursus 'Triple P' hebben gedaan, die zeggen dat al het bovenstaande nergens op slaat.
Wiens advies volg ik, als er zo veel adviezen zijn?
Of heeft die permanente onzekerheid
niks te maken met dingen van buitenaf? Komt het uit onszelf? Zijn we bangig omdat we het van onszelf
100 procent perfect moeten doen, terwijl we weten dat dat toch niet kan? Het is een van de vele
theorieën. Dat wij, moderne ouders, met onze kleine gezinnen onze kinderen inmiddels als een
soort maatschappelijke projecten zien die móéten slagen.
Onze kinderen
móéten die penalty verzilveren, anders staan we stampend langs de lijn. Ze moeten op
hun 10de al blind kunnen typen. Ze moeten kunnen zingen als de sterretjes van The Voice Kids. Ze
moeten naar het categoriaal gymnasium. En ze moeten ook nog eens een keer zo empathisch zijn, dat ze
onderbroeken voor vluchtelingen inzamelen.
Roze wolk
Ik weet dat ik
niet tot de categorie 'geboren moeders' hoor voor wie alles vanaf de eerste barenswee roze wolk,
klip-en-klaar en appeltje-eitje is. (Ik heb wel zo'n vriendin. Zij nam mijn huilbaby eens op schoot
en kreeg hem direct stil. Direct. Oh, confrontatie.) Ik ben vanaf dag 1 een twijfelmoeder.
Ik kan binnen 24 uur zwenken van opvoeden in hippiestijl - 'natuurlijk mag je je muur met graffiti
onderspuiten' - naar het jaren-'50-arrangement - 'als je nog één keer een brutale mond
hebt, zit je op je kamer'.
En dat getut dateert al van vóór mijn
moederschap. Thuis bevallen? Of in het ziekenhuis? 4 dagen werken? Of 3? Naar de crèche of
naar oma?
Nee, het kost me dus geen enkele moeite hier een paar van mijn
'twijfeldossiers' op een rij te zetten. En ik ben nog steeds één en al oor voor het
ultieme, al het andere uitsluitende opvoedadvies (hoewel ik nu, met twee zonen van 7 en 9 jaar,
zelfs begin te dubben of dát wel bestaat).